COVID-19 Deel I

De afgelopen maand heb ik talloze e-mails ontvangen met de vraag waar de COVID-19 “pandemie” over gaat, dus ik dacht dat het misschien een goed idee was om over het onderwerp te bloggen in plaats van uit te leggen waar de GNM-inzichten over gaan, voor iedereen die de vraag stelde.

Gelukkig stuurde een vriend me enkele links over wat er gebeurde in de stad Wuhan (met een bevolking van meer dan 11 miljoen mensen) begin februari 2020, wat me hielp het politieke klimaat in die regio te begrijpen en dat mogelijk verantwoordelijk was voor een “angst voor agressie ” die duizenden mensen trof en vervolgens rond dezelfde tijd werd opgelost.

Voor degenen onder u die onlangs het werk van Dr. Hamer tegenkwamen, maar weten dat sommige omstandigheden zich voordoen in de genezingsfase van een conflict, wel, dit is zo’n manifestatie.

Het conflict

In wezen wanneer een persoon bang is voor een agressie tegen hem of haar zelf of hun dierbaren, gaan ze in een ‘hoge alert’ of vecht- of vluchtsituatie. Bij mannen noemen we dit een ‘territoriale angst’-conflict waarbij sprake is van agressie van buitenaf, en bij vrouwen heeft het meer te maken met hun “nest” dat we beschouwen als het innerlijke territorium. Dr. Hamer beschrijft deze reactie in het mannelijke rijk als een reactie om te proberen zijn omgeving te beschermen tegen externe krachten, terwijl de vrouwelijke reactie vooral te maken heeft met de bescherming van “het nest”.

Het is tijdens deze vecht- of vluchtsituatie dat specifiek de slijmvlieslaag van de bronchiën (=luchtpijptakken) begint te ulcereren (=gedeeltelijk afbreken). Biologisch is dit significant omdat dat proces ervoor zorgt dat zuurstof in grotere hoeveelheden (volume) in de longen kan komen door deze ulceratieve verwijding van het weefsel om de noodzakelijke vecht- of vluchtreactie te vergemakkelijken.

Wat gebeurt er fysiek?

Deze “angst voor agressie” kan weken of maanden en in sommige gevallen jaren aanhouden en wanneer de oplossing voor het conflict zich aandient, begint het verzwakte bronchiale weefsel te herstellen, waardoor ontstekingen in de bronchiën ontstaan ​​en beginnen griepachtige symptomen.

In de meeste gevallen kijken we naar koorts, maar in dit geval is de koorts niet het gevolg van microbiële activiteit, omdat de bronchiën zijn ‘verbonden’ met de sensorische cortex in de grote hersenen, waar koorts in het merendeel van de gevallen deel uitmaakt van het genezingsproces. aandoeningen die worden gecontroleerd door dat deel van de hersenen.

Naast de koorts is er vermoeidheid die ook deel uitmaakt van de genezingsfase van de meeste aandoeningen. Dan hebben we natuurlijk spierpijn die we in de GNM toeschrijven aan de vecht of vluchtreactie, “we moeten hier weg om onszelf te redden”, wat ze niet konden bereiken op het moment van de conflictschok.

Met andere woorden, spierpijn en sperstijfheid zijn het gevolg van een “zelfdevaluatie”-aspect van het conflictscenario. Dan begint natuurlijk de hoest, wat betekent dat de volledige genezings- / herstelfase aan de gang is in de bronchiën.

De eerste week is meestal de ergste, maar afhankelijk van wat er nog meer aan de hand is, kan het doorlopen tot de tweede week voordat de koorts en de spierpijn afneemt.

Longontsteking

De meeste van deze fasen van genezing van de luchtwegen duren normaal gesproken maximaal 3 tot 4 weken voordat de symptomen verdwijnen. Als we echter een ander actief conflict hebben dat de nierverzamelbuisjes beïnvloedt, een overlevingsmechanisme waarbij vocht wordt vastgehouden, beginnen de longen zich te vullen met vocht in deze specifieke genezingsfase van de bronchiën die zuurstof naar de longen transporteren. Dit is de oorzaak van longontsteking.

De nierverzamelbuisjes zullen lichaamsvocht bewaren als reactie op een ‘bedreiging voor iemands bestaan’. Deze reactie is een overlevingsmechanisme omdat we water nodig hebben om te overleven. We kunnen een paar weken zonder eten, maar zonder water drogen we heel snel uit, dus in een situatie als deze spaart ons lichaam wat er al is.

In het GNM reageren de nierverzamelbuisjes op verlatings-, isolatie-, vluchtelingen- en bestaansconflicten (deze situatie doet zich gemakkelijker voor wanneer de betrokken persoon afgezonderd wordt en eventueel naar een ziekenhuis wordt gebracht in quarantaine), dus het is altijd belangrijk om het nierconflict te achterhalen om te voorkomen dat deze complicerende factor een meer uitdagende genezingsfase veroorzaakt.

Dit conflict kan al bestaan ​​of het kan beginnen met de diagnose van een bepaalde “levensbedreigende” ziekte, wat in dit geval de mogelijkheid is om het coronavirus te krijgen.

Een signaal dat de nierverzamelbuisjes zich in de ‘overlevingsmodus’ bevinden, is een droge mond en dorst en de noodzaak om zoveel mogelijk te drinken.

Het probleem hiermee is dat wanneer we in een genezingsfase zijn, de overtollige vloeistof naar precies dat deel van het lichaam gaat dat de genezing ervaart. In een genezingsfase van de ademhaling vullen de longen zich met vocht. Dit wordt longontsteking genoemd.

Ik realiseer me dat wat ik beschrijf complex klinkt, maar het is eigenlijk vrij eenvoudig. Het feit blijft dat elke luchtwegontsteking die wordt gecompromitteerd door het syndroom (= niertubuli-conflict activiteit), zich zal voordoen als longontsteking.

Maar traditionele geneeskunde, vooral wanneer het plotseling opduikt bij slechts 10 mensen in een gemeenschap, zal het een epidemie noemen en de schuld geven aan een virus waarvan men denkt dat dit de oorzaak is van deze ademhalingsproblemen.

Wanneer het bij honderden of duizenden mensen voorkomt, in een enkel land of wereldwijd, wordt het een pandemie genoemd.

Hoe wordt een virus gediagnosticeerd?

Voordat we daarheen gaan, moet ik uitleggen dat virussen nooit onder een elektronenmicroscoop zijn gezien of zijn geïsoleerd en gefotografeerd.

Aangezien dit “geloofssysteem” erg moeilijk te doorbreken is en nooit wordt ondervraagd door iemand die medicijnen studeert, of het nu traditioneel of alternatief is, moet ik verwijzen naar het werk van Dr. Stefan Lanka, een Duitse viroloog en bioloog die de eerste en enige is die een virus met succes onder een microscoop visualiseerde. Het werd echter gezien in een zeealg, en niet in bij mens of dier. Belangrijker is dat hij ontdekte dat de zeealgen en het virus een ‘gezonde’ relatie hadden en dat er geen destructieve of toxische reacties waren tussen de twee entiteiten. (=en soort symbiose of samenleven).

Dr. Lanka won 4 jaar geleden ook een baanbrekend argument voor het Duitse Federale Hof, waar de rechter verklaarde nadat hij alle bestaande wetenschappelijke bewijzen die door Dr. Lanka waren verstrekt, had gezien dat het bestaan van het mazelenvirus nooit is bewezen .

Als wetenschapper was Dr. Lanka zo zeker van het feit dat het mazelenvirus niet bestond, dat hij 100.000 euro aanbood aan iemand die het tegendeel kon bewijzen. Vervolgens werd hij voor de rechter gedaagd door een medische student die beweerde dat Dr. Lanka geen bewijs had van wat hij zei en dat hij hem 100.000 euro schuldig was. Natuurlijk ging de zaak naar de rechtbank en won Dr. Lanka.

Dat laat ons de vraag waar deze afbeeldingen naar verwijzen als het geen virussen zijn. Het merendeel van de afbeeldingen in zowel medische boeken als op internet zijn CGI (=Computer generated images), dit geldt vooral als ze gekleurd zijn. Tegenwoordig heeft technologie echter een manier gevonden om kleuren af ​​te beelden van een foto die is gemaakt met een elektronenmicroscoop. Desalniettemin is het niet wat het zegt te vertegenwoordigen, of het nu gekleurd is of in zwart-wit.

Deze afbeeldingen zijn zeer overtuigend, vooral als ze zijn geëtiketteerd als Hepatitis, Polio, Mazelen of HIV enz., Maar bij nader onderzoek is nooit gezegd dat de aan ons getoonde afbeeldingen in feite virussen zijn, maar ze zijn als zodanig gelabeld om ons te overtuigen dat ze verantwoordelijk zijn voor een ‘aandoening’ waarvan wordt verondersteld dat deze het gevolg is van een virus.

Wat zien ze onder een elektronenmicroscoop?

Aangezien een virus nooit onder een elektronenmicroscoop is gevisualiseerd, moest een methodologie worden bedacht om stoffen te ‘extraheren’ die zogenaamd het resultaat waren van virale activiteit.

Laten we het voorbeeld van Polio gebruiken dat zogenaamd het eerste virus was dat werd geïdentificeerd en vervolgens werd gefotografeerd onder een elektronenmicroscoop. Wat we te zien krijgen zijn in feite “kunstmatige deeltjes”, wat het complexe proces inhoudt van het afzuigen van een onverschillige massa door een zeer fijn filter in een vacuüm dat vervolgens wordt gefotografeerd. Het is niet iets dat daadwerkelijk in het bloed of in een weefselstaal wordt gezien!

Deze vorm van onderzoek is sterk besmet en wordt toch geaccepteerd en gepubliceerd in de wetenschappelijke gemeenschap. De vraag is waarom? Is er een agenda?